Kijkje achter de schermen bij afdeling techniek

Op het moment dat de band begint te spelen of een DJ het eerste nummer draait, gaat het publiek los en kan een avond vol muzikaal vertier beginnen. Maar voordat het zover is, heeft de afdeling techniek er al een werkdag op zitten. Daan de Bruijn, hoofd techniek, legt uit wat er allemaal komt kijken bij een avond in het DRU poppodium.

“Ons team, dat verder bestaat uit Mick, Jur en Nova, begint normaal gesproken in de middag met het klaarzetten van de apparatuur: de monitoren, microfoons, mengtafels, bekabeling en de belichting. Het grote voordeel van de popzaal is dat de P.A. luidsprekers en de podiumlampen op een vaste plek hangen. Dat scheelt enorm veel tijd. Weliswaar proberen we voor elke show een nuance aan te brengen qua belichting zodat elke avond zijn eigen karakter krijgt, maar we hoeven niet telkens van nul af op te bouwen. Af en toe is er een show in de SSP hal en daar moet dat wel, dat is veel meer werk.”

De hoeveelheid werk is sterk afhankelijk van wat voor type show die avond op de agenda staat. Daan noemt drie soorten producties. “Professionele producties uit Nederland, amateurgezelschappen en buitenlandse acts.”

“Binnenlandse bands nemen vaak hun eigen crew mee, inclusief apparatuur. In die gevallen is onze taak vooral ondersteunend. Helpen met uitladen, aansluiten en bijspringen waar nodig.”

“Bij formaties die niet beroepshalve bezig zijn, bijvoorbeeld bij bandcompetities, regen wij alle licht en geluid en dan is onze rol heel anders. Zeker bij beginnende bands is het van belang om duidelijk over en weer te communiceren en dan is het vakinhoudelijk ook echt hard werken.”

Ten slotte de buitenlandse artiesten: die hebben veelal niet de middelen om een eigen crew mee te nemen en die komen dus in klein comité binnen. “Maar zij zijn wel op en top professionals. Dat is het leukst om voor te werken, vind ik. Ik herinner me het optreden van de Amerikaanse bluesgitarist Eric Steckel in april dit jaar. Hij vond ons poppodium ‘The best sounding venue in The Netherlands’. Een mooi compliment.”

Doorgaans houden de artiesten rond vier uur de soundcheck en als dat goed verloopt, is het etenstijd,  voordat de avond rond half negen begint. “Voorafgaand aan een show overleg ik altijd met Erik Ramaker om door te nemen wat de wensenlijst van een artiest is. De ene heeft een half A4’tje, maar ook heb ik wel een eisenpakket langs zien komen van 17 kantjes. Dat varieert dus nogal, zoals ook de programmering in het poppodium heel divers is. Dat spreekt mij aan, ik vind dat ook onze rol. En ik ben zelf al dertig jaar actief als muzikant, dus ik kijk sowieso altijd met belangstelling naar optredens.”

Daan, die vanaf het begin betrokken is bij de techniek - eerst als freelancer, sinds acht jaar in dienst - houdt de technische ontwikkelingen nauwgezet bij. “Die gaan razendsnel”, zegt hij. “Apparatuur gaat tegenwoordig twintig jaar meer mee, zoals vroeger. De digitalisering gaat zo snel en het eisenpakket is zo hoog, je moet bij de tijd blijven. Dat geldt ook voor de belichting, waarbij we oog hebben voor duurzaam ondernemen: komende periode worden de halogeenlampen vervangen door LED-verlichting. Toch zie ik mezelf niet als een ‘gadgetfreak’; voor mij is de persoon achter de knoppen vele malen belangrijker dan de knoppen zelf.”

Op de foto: Daan de Bruijn.

Dit artikel komt uit het DRU popmagazine, dat begin september huis-aan-huis is verspreid in Oude IJsselstreek en Montferland. De online versie van het magazine lees je via deze link.